Neocaridina cf. Heteropoda(Davidi) var. 'Red' (Vuurgarnaal)
Herkomst: Azië.
Uiterlijk: De vrouwen zijn dekkend rood en hebben een gele of groene eivlek in hun nek. De mannen zijn meestal minder sterk gekleurd dan de vrouwen.
De vuurgarnaal is een kweekvariant van de wildvorm, C. Heteropoda, welke nog steeds in het wild voorkomt.
Geslachtsonderscheid: Vrouwtjes zijn roder van kleur. Het carapax en abdomen zijn ronder en het vrouwtje heeft een gele eivlek achter op de rug. Mannetjes zijn duidelijk kleiner.
Leeftijd: Ongeveer 2 jaar.
Afmeting: 2.5 tot 3cm.
Geslachtsrijp: 3 maanden.
Draagtijd: 14 tot 21 dagen.
Karakter: Vriendelijk, ook onder elkaar.
Inrichting: Net als andere dwerggarnalen, een bak met veel fijnbladerige planten, javamos en wat stenen en hout.
Watercondities: Temperatuur 16-28ºC met een zuurtegraad van pH6 tot pH8.5 en een hardheid van 2-12dGH.
Voeding: Overtollig voer, afgestorven plantenresten en natuurlijk het gewone voer. Geef gevarieerd, maar niet teveel! Bladeren van beuk, els en eik eten ze ook graag.
Kweek: Makkelijk. Wordt beweerd dat ze het beste kweken in water met een hogere zuurgraad en temperatuur tussen de 22 en 28ºC. Over het algemeen kweken ze goed in verschillende omstandigheden. Waterwissels kunnen de paring beïnvloeden. De kleur van de eitjes variëren van geel/wwit tot donkergroen. Als de eitjes bijna uitkomen worden ze donkerder.
Deze soort kan kruisen met de Neocaridina cf. zhangjiajiensis(white pearl).
Medebewoners: Kleine vissen, andere garnalen en kreeften.
Copyright foto’s: © Ralf Müller i.c.w. Garnalenkweker.nl
|
)
