Menu

Overzicht krab

Foto's

NL     EN


Overzicht Foto:

Cardisoma Armatum (Tri-colour krab)


       

Herkomst: West-Afrika.
Uiterlijk: Tot 15cm groot. Rood, blauw en wit van kleur. In het wild kunnen ze een carapax van 20cm breed bereiken.
Geslachtsonderscheid: Het buikschild van de mannen loopt spits af terwijl het buikschild van het vrouwtje ronder en breder is en bijna de gehele onderkant bedekt. De scharen van de mannen zijn groter en van ongelijk formaat. De scharen van de vrouwtjes zijn kleiner en van gelijk formaat.
Leeftijd: In gevangenschap 5-7 jaar, in
Afmeting: 10 tot 20cm.
Geslachtsrijp: Vanaf 5cm carapax-breedte.
Draagtijd: Ongeveer 3 weken.
Karakter: Agressief tegenover soortgenoten en min of meer alles wat kleiner is (of in hun klauwen past). Ze zitten vaak uren of dagen rustig op een stuk hout over het water of op het land. Ze graven graag. Zitten graag tot de knieën in het water zodat ze alles kunnen bekijken en nog steeds kunnen ademen. Ze eten zelden aquarium- en landplanten maar breken ze wel tijdens het lopen. Laten zich graag met een tandenborstel over het pantser poetsen en als ze veel vertrouwen hebben zelfs over de scharen. Ze leren hun verzorgers kennen en kunnen dan zelfs met een pincet of met de hand(wees voorzichtig) gevoerd worden. Op basis van de trilling van de stappen kunnen ze bepalen of het aquarium benaderd wordt door een bekende of een vreemde.
Inrichting: Terrarium met water of een deel aquaterrarium (aquarium met gronddeel) en wortels, rotsen, planten, goed gestructureerd met schuilplaatsen (wortels, stenen), loofbladeren (als een schuilplaats en voedsel). Als bodem zand of kleine steentjes. In het water en op het land kan zand, aarde of een mengeling. Brak water is ook mogelijk. Volwassen dieren brengen de meeste tijd door op het land en in poeltjes. Ze hebben wel toegang tot water nodig om hun kieuwen vochtig te houden en om gemakkelijker te kunnen verschalen. Ze kunnen geen zuurstof uit het water halen maar ademen op het land via hun kieuwen. Daarom is het belangrijk dat ze voldoende klautermogelijkheden hebben om op het droge te kunnen komen. Deze soort kan verdrinken!
Watercondities: Temperatuur 20 tot 28°C. Meest ideale temperatuur is 24-25°C.
Voeding: Krabben zijn over het algemeen alleseters. In de natuurlijke omgeving zijn bladeren het hoofdvoedsel. Neem hiervoor schone afgevallen bladeren (niet groene) van loofbomen zoals beuken en eiken. Verder eten ze bijna alle groenten en fruit zoals erwten, sla, komkommer, appel, courgette, peer, banaan, druiven, tomaten, spruitjes en paprika. Neem liever geen peterselie of bonen omdat die te veel cyanyde of koper bevatten. Gekookte wortel, aardappelen en gekookte rijst. Geen citrusvruchten i.v.m. de zuurtegraad. Qua droogvoer nemen ze meervaltabletten, spirulina tabletten, kreeftenvoer, konijnen- en cavia pellets (zonder koper). Ingevroren voer zoals muggenlarven, cyclops, artemia, vlees. Levende regenwormen die in stukjes zijn gesneden om ingraven te voorkomen. Bevroren vis zoals tonijn, spiering, sardines, haring etc. Vers of uit blik (niet in olie). Gebruik voor het toedienen van kalk gebroken eierschalen of calciumpoeder in sticks.
Kweek: Jongen hebben brakwater nodig. De krabben lopen naar het landdeel. Na 2-3 weken worden de larven losgelaten in het water. Kweken wordt wel moeilijk omdat er nagenoeg alleen mannen geïmporteerd worden.
Medebewoners: Garnalen, slakken (kleinere kunnen gegeten worden van tijd tot tijd), guppies, neons. Geen vissen welke op de bodem leven.
Copyright foto’s: © Eurofish(links), Xciber(midden,rechts)

Garnalen

Kreeften

Krabben

Slakken