Cherax Holthuisi (Abrikozenkreeft)
Herkomst: Papua, Irian-Jaya. Uiterlijk: Deze mooie kreeft heeft een abrikozen kleur. Er zijn ook populaties met een zweem van blauw. Ze hebben opvallend kleine ogen. Ze hebben normaal geen grote ogen nodig omdat ze in holen wonen. Geslachtsonderscheid: De geslachtsopening bij de mannetjes zit boven aan het 5de (laatste) paar looppoten, bij het vrouwtje boven aan de 3e looppoten. De scharen van het vrouwtje zijn kleiner en ze zijn bleker. Leeftijd: 6-8 jaar. Afmeting: 15cm. Geslachtsrijp: 10 tot 12cm. Draagtijd: 7 tot 8 weken. Karakter: Vredelievend. Wel schuwe beestjes. Zijn ook onder elkaar erg aardig en niet echt agressief. Kan samen met garnalen. Slakken worden wel opgegeten. Geschikt om alleen of met meerderen te houden. Inrichting: Vanaf 60 cm aquarium. Is veel stenen en holen gewend en verstopt zich hier ook graag in. Deze soort is geschikt voor het gezelschapsaquarium. Watercondities: Temperatuur 18-26ºC met een zuurtegraad van pH6.8 tot pH8.0 en een hardheid groter dan 5dGH. Voeding: Eten algen, overtollig voer, gekookte groenten, afgestorven plantenresten. Ze kunnen ook een vis pakken alleen doen deze dat niet snel. Dorre bladeren of zacht hout is een aanrader. Kweek: Makkelijk, maar het duurt soms even voor ze willen. Jongen moet je goed voeren. De mannetjes voeren een soort paringsdans uit.
Ze kloppen daarbij tegen de scharen van het vrouwtje dat paringsbereid is. Met de antennen beroert hij liefdevol de antennen van het vrouwtje.
Na de draagtijd blijven de jongen nog ongeveer 2 weken bij de moeder hangen. Gedurende de draagtijd leeft het vrouwtje erg teruggetrokken. Iedere 3 maanden is een dracht mogelijk. Medebewoners: Volwassen kreeften kan men over het algemeen met dwerggarnalen en niet-opdringerige kleine vissen samen zetten. Qua vissen bij voorkeur oppervlakte vissen welke niet op de bodem slapen. Copyright fotos: © Chris Lukhaup(links), Notho(rechts)
|