Cherax Pecknyi (Zebrakreeft)
Herkomst: Nieuw-Guinea. Uiterlijk: Tijger/zebra motief met mooie kleuren. Geslachtsonderscheid: Over het algemeen zijn de scharen van het vrouwtje kleiner en in zijn totaliteit lichter dan bij het mannetje. Om het geslacht echter precies te kunnen bepalen kijkt men het beste naar de onderkant van het lichaam. Zoals bij andere soorten van deze familie heeft het vrouwtje bij het begin van het 3e beenpaar twee ovale openingen, waaruit later de eieren gelegd worden. Het mannetje mist deze openingen, maar heeft bij het 5e beenpaar telkens een stekel. Leeftijd: 6-8 jaar. Afmeting: 15cm. Geslachtsrijp: Na ongeveer een jaar. Draagtijd: 4 weken, waarna nog 2 weken bij de moeder. Karakter: Vriendelijk. Kunnen wel bij iets grotere vissen, maar kunnen ook een klein visje te pakken krijgen. Deze kreeft kan solitair gehouden worden, maar een groepje is altijd fijner voor deze beestjes. Inrichting: Vanaf 80 cm aquarium. Niet geschikt voor een gezelschapsaquarium. De zebrakreeft heeft maar matig de neiging te graven. Toch moeten zwaardere bouwwerken op de bodem liggen om de dieren niet de mogelijkheid te geven zich onder te graven. Het is aan te bevelen een bodembedekking uit platte kiezelstenen te nemen waarmee de kreeften zich bezig kunnen houden. Anzuraat is een voorbeeld hier van.
Zeer belangrijk zijn zo veel mogelijk schuilplaatsen, gevormd uit klei- of plastic buizen of bouwwerken uit plavuizen. Ze laten over het algemeen de planten met rust, maar niet altijd. Watercondities: Temperatuur 20-26ºC met een zuurtegraad van pH7.0 tot pH8.0 en een hardheid groter dan 6dGH. Voeding: Eten algen, overtollig voer, gekookte groenten, afgestorven plantenresten, speciaalvoer voor kreeften, evenals granulaatvoer voor vissen.
Belangrijk zijn dorre bladeren of zacht hout. Kweek: Niet makkelijk, maar wel te doen. Paring wordt meestal niet opgemerkt en de toekomstige nakomelingen worden meestal pas opgemerkt als het vrouwtje zich een lange tijd heeft teruggetrokken. De jonge kreeften zijn in het begin ongeveer 8mm. Na drie maanden zijn ze tussen de 20 en 50mm. Om ze tot kweken aan te sporen is het nodig om de hoeveelheid voer te verhogen en regelmatig water te verversen. Medebewoners: Volwassen kreeften kan men over het algemeen met dwerggarnalen en niet-opdringerige kleine vissen laten samenleven. Hou ze niet bij vissen die zich veel op de bodem bevinden of daar slapen. Copyright fotos: © Ralf Müller, Garnalenkweker.nl
|